In het hart van een dicht, met mist beladen bos, begonnen Agung en Arip aan wat een routinematige wandeling zou moeten zijn. De lucht was dik met mist en de luifel van bomen hierboven leek een lijkwade te weven die geheimen van het onbekende fluisterde. Terwijl ze dieper waagden, Agung, altijd des te avontuurlijker van de twee, afdwaalde van het pad, zijn nieuwsgierigheid gekenmerkt door een oud, met mos bedekt bord dat luidde: "The South Meraung Village."
Agung's voetstappen weergalmden door de stilte terwijl hij het nauwelijks zichtbare pad volgde. Hoe verder hij ging, hoe meer het bos om hem heen leek te sluiten, de bomen leunden naar binnen alsof ze waarschuwingen wilden fluisteren. Voordat hij het wist, stond Agung aan de rand van een dorp die tijd leek te zijn vergeten. De huizen werden vervallen, daken ingestort en een griezelige stilte hing over de plaats als een zware mantel.
Ondertussen begon Arip, die zich realiseerde dat Agung was verdwenen, verwoed te zoeken. Het bos leek zijn inspanningen te bespotten, de paden die draaien en draaiden op manieren die logica tartten. Een huiveringwekkende wind droeg het vage geluid van de stem van Agung en riep om hulp. Gedreven door angst en vastberadenheid, drong Arip aan, zijn hart klopte bij elke stap.
Terwijl Agung het dorp verkende, kroop een gevoel van angst over hem heen. De lucht was onnatuurlijk koud en schaduwen leken te bewegen met een eigen leven. Hij stuitte op een oude put in het midden van het dorp, de stenen geëtst met symbolen die rillingen over zijn wervelkolom stuurden. Terwijl hij in zijn diepten tuurde, fluisterde een stem, oud en bedreigend, zijn naam. Paniek steeg door hem heen en hij draaide zich om om te vluchten, alleen om zich te vinden door spookachtige figuren, hun ogen hol en beschuldigend.
Arip, geleid door de zwakke kreten, bereikte uiteindelijk het dorp. De aanblik die hem begroette was een van verlatenheid en verval. Hij riep naar Agung, zijn stem galmde door de verlaten straten. Een plotselinge windvlaag bracht een huiveringwekkende fluistering met zich mee: "Laat of ga voor altijd mee." Maar de vastberadenheid van ARIP was ongeschakeld; Hij moest zijn vriend vinden.
ARIP navigeerde door de labyrintische paden van het dorp en zag eindelijk Agung, in het nauw gedreven door de spectrale figuren. Met een golf van adrenaline snelde Arip naar voren en schreeuwde de naam van Agung. De geesten terugdekten terug over het geluid van zijn stem, waardoor Agung de kans gaf om zich los te maken. Samen renden ze, de geesten van het dorp South Meraung huilden in woede achter hen.
Terwijl ze uit het bos kwamen, brak de zon door de wolken, waarbij de mist en de aanhoudende kilte werden weggenomen. Agung en Arip, ademloos en geschud, beloofden nooit meer over het dorp South Meraung te spreken, zijn geheimen en gruwelen begraven diep in het bos, wachtend op de volgende nietsvermoedende ziel om te ontdekken.
Labels : Avontuur